Op Ignatz II wandelt hij verder door de Apalachen anno 2050. Dat levert weerom bedwelmende oerfolk op, gespeeld door een verloren en wereldvreemd schepsel. Zijn geluid bouwt verder op het vorige album, zij het dat hij op een van de zes tracks zijn effecten achterwege laat, hier en daar zelfs verstaanbare woorden mompelt en nog meer dan voorheen een eigen wereld rondom zich bouwt. Mocht Lou Reed in 1966 een baby gemaakt hebben met Cthulhu, had hij nu een kleinkind dat Ignatz heette. Het woord “vernieuwend” is sinds lang nog eens op zijn plaats om muziek te beschrijven. II is het bewijs van internationale klasse. Future weird Belgium!!