Sami Sänpäkkilä: “Dit album was al twee jaar in de maak. Terwijl ik tussen 2001 en 2003 met Es tourde, waren de optredens gericht op ambient en dronerige gitaarsounds. Sommige van deze nummers zijn uitgezonden in een 45 minutend durende special rond Es op de Nederlandse VPRO-radio in het programma De Avonden en zouden opgenomen worden om uit te brengen. Ik neem altijd op. Maar omdat ik geen manier vond om de nummers die ik live speelde op te nemen, nam ik dan maar andere dingen op. Ik denk dat ik pas in augustus 2003 realiseerde dat ik bijna twee uur nieuw materiaal had. Opgenomen op verschillende locaties, en met opnamemateriaal dat varieerde tussen de meest hi-fi-toestanden tot een Onkyo dictafoontje. Deze nummers waren anders dan wat ik live speelde. Meer poppy, melodischer en met conventionelere structuren. En het belangrijkste verschil was dat ik teksten had. Ik ben nog steeds verward over dit album. Het voelt nog steeds fris aan. De songs zijn zoals gedachten die ik per ongeluk luidop heb uitgesproken, zeer persoonlijk en extreem fragiel. Er zijn op de plaat veel verschillende bronnen van geluid die kunnen omschreven worden als concrete muziek, pulsars en noise, gehamer in het appartement beneden, bruisende vitamine C-tabletten en scharen die mijn haar knippen. Ik heb ook verschillende gewone instrumenten gebruikt.
van de belangrijkste is de piano die je in de meeste songs hoort. Ik heb geen piano dus moest ik bij vrienden de pianogedeeltes opnemen. Dat heeft geleid tot veel samenwerkingen. Allemaal met vrienden en sommige van hen hadden zelfs geen muzikale achtergrond. Één van de meest belangrijkste samenwerkingen is met mijn vriend en collega Ville Leinonen met wie ik een gelijkaardige romantische visie deel. Ville zingt en heeft samen met mij de lyrics geschreven van het titelnummer op het album. Andere gasten zijn leden van Kemialliset Ystävät en Avarus op verschillende instrumenten en zang op de hele plaat. De liederen op dit album exploreren dezelfde thema’s als op de vorige twee Esplaten: melancholie, pathos en hoop. De algemene stemming is donkerder, duisterder en dreigender. De plaat is een zelfreflectie. Het gaat over proberen een betere plaats om te leven te creëren in plaats van expliciet de bestaande wereld te veroordelen of te bekritiseren. De schilderijen, tekeningen en foto’s op de covers – allemaal gekregen van vrienden – zijn een uitbreiding van het geluid en een essentieel deel van de plaat. Ze exploreren de muziek verder en geven een idee hoe ik het geluid visueel zie. Een bijna verloren glimp van hoop ergens in de donkere hoeken van de wereld. Een regenboog op elke zwart-witpagina.
Deze plaat is opgedragen aan de treurwilgen, de gedeprimeerden, de slapelozen, de dwalenden, de vrezenden en de eenzamen. Vandaag, morgen.”
— jan 2004