Dag Dennis, alles goed? Ik bel over Volmacht. Vertel eens, waarom ben je met Floris Vanhoof beginnen samenspelen?
Dat weet ik niet meer. Op nieuwjaarsavond was er een feestje in Factor 44, en ik geloof dat er allerlei mensen samenspeelden die normaal nooit samenspelen. Floris en ik wilden al een tijd een power electronics duo doen. Het was, van alle concerten die we speelden, vreemd genoeg de enige echte power electronics show. De keren erna was meer ik en Floris die elk ons sologeluid door elkaar zwierden. Floris is aan het spelen, en ik ben aan het meespelen of omgekeerd.
Als ik Volmacht zie, doet het me altijd denken aan de legendarische uitspraak van De Neus: ‘Grootheden stoten elkaar af en middelmatigheden trekken elkaar aan.’ Wat denk je daarover als twee groten in het Belgische muzieklandschap?
(lacht) Dat is wel een heel bout statement van De Neus. Gho, ik heb geen idee. Floris vond destijds de show in de Factor ook het beste. Het was kort, en loeihard. We waren beiden potdoof, en het was heel plezant. Erna zijn we er misschien iets te hard beginnen over na te denken. We hadden er alletwee geen enkele moeite voor gedaan. We hadden ook niet gerepeteerd, en erna ook nooit de moeite gedaan om te repeteren. We spelen enkel wanneer ze ons vragen.
Jullie zijn ook niet van plan om iets uit te brengen?
Gho, waarschijnlijk wel. Het moet er ooit eens van komen om iets op te nemen.
Hoewel ik weet waar je mee bezig ben, vroeg ik me af wat het internet over jou zegt. Ik kwam een wikipediapagina tegen met het volgende ‘Dennis Tyfus heeft een ambigue relatie met de kunstwereld’.
Oei oei. Dat is nooit goed, die idiote wikipediapagina. Die moet er dringend af, ik heb daar namelijk niets mee te maken. Dat is niet zo, dat ik een ambigue relatie heb met de kunstwereld. Ik kies zelf waar ik me bevind.
Ik vind het wel interessant dat alles dooreen loopt in je werk, tekeningen, performance, posters, concerten, poëzie.
Dat is het interessante aan kunst, dat je zelf kan kiezen wat het is. Voor mij is het heel logisch om met alles tegelijkertijd bezig te zijn. Ik zie UE als een paraplu waarbinnen alles past, of als een gemene deler voor mijn werk
Zie je dan bijvoorbeeld de concerten en tentoonstellingen in Stadslimiet ook als eigen werk?
De Stadslimiet heeft zelfs een eigen catalogusnummer: UE140. Elk concert of tentoonstelling krijgt een nummer met een cijfer achter de komma.
Is er ooit een collectioneur geweest die De Stadslimiet wilde kopen?
Dat zou wel een goede zijn. Nee helaas niet. Mensen denken ook dat lach met het collectioneurschap, maar ik lach nooit met dingen. Mensen dachten dat over de tattoo-editie UE52.
Ontstond uit die editie het idee van de No Choice Tattoos?
Op één van die sessies vroeg ik aan het meisje die tatoeëerde, wat ze wilde als vergoeding. Ze stelde voor dat ik haar een tattoo zette, met één van die tekeningen. En daaruit ontstond het idee. Het is wel interessant om verplicht te zijn je focus te houden voor die tekeningen. Een normale tekening kan je verprullen, maar met die tattoos is dat natuurlijk niet aan te raden.
Zijn er mensen die niet meer spreken tegen je omdat er één is mislukt?
Wel, er was een die gelukt was op iemand zijn borst. Maar hij lag neer, en toen hij rechtstond bleek dat door die houding de tekening helemaal vervormde in een normale houding. Gelukkig is die gast nog een 2 keer teruggekomen voor andere tattoos. Dat was wel grappig, om zijn gezicht te zien. Hij probeerde zich goed te houden, maar dat ging precies toch niet.
Je wil precies intense ervaringen teweeg brengen, niet?
Nee, dat klopt niet. Ik ben daar niet mee bezig, wel is het interessant om mensen te verwarren. En ik vind situaties creëren waar onbedoelde humor uit ontstond ook wel interessant.
Iemand vroeg hier wanneer je stopt met UE?
Wie vroeg dat?
Ik hou mijn bronnen anoniem.
Wel, ik heb er ooit over gedacht om de naam te veranderen, want ik heb die verzonnen toen ik 16 was. Maar toen realiseerde ik me dat ik toch hetzelfde zou doen onder een andere naam, wat me dan weer wat onnozel leek. Zolang ik een enthousiasme blijf behouden om edities uit te brengen van muziek die ik goed vind, en niet helemaal een oude gefrustreerde lul word — wat ik precies veel harder aan het worden ben, of toch deels — ga ik dit blijven doen. Tot spijt wie het benijdt.