Over transglobalisme gesproken, het ontging u waarschijnlijk niet dat we anno 2014 in een transcontinentaal dorp leven. Misschien herinnert u zich dat een vriendenkring ooit bestond uit meisjes en jongens die in een straal van 15 km rondom de kerktoren woonden. Nieuwe muziek werd door je vrienden getapet en (illegaal) geruild voor een andere tape, armen spandiensten of goedkope weed. Nieuwe muziek sijpelde traag een kleine wereld binnen via de beperkte cd-collectie in de lokale bibliotheek of via de lokale platenboer—die zich liet irriteren door een freak die elke avond na school 20 cd’s beluisterde, zonder er één aan te schaffen. Een uitstapje naar de stad was een grote gebeurtenis, zuurgespaard zakgeld werd snel opgesoupeerd aan nieuwe cd’s, de kopieën ervan circuleerden als harde valuta op de speelplaats. Soms besloten vrienden uit liefde voor muziek zelf een band op te richten. Verder dan het lokale jeugdhuis kwamen ze vaak niet. Veel talent ging verloren tussen de plooien van de lokale geschiedenis.
Fast forward naar 2014: iedereen kluistert zich aan haar of zijn laptop of iDinges, geniale toestellen, perfect afgestemd om nieuwe muziek te delen met honderden facebookvrienden. Met een klik deel je Thaise popmuziek uit de jaren 70, woestijnmuziek van Toearegrebellen, Oekraïense black metal of Iraanse LGBT-hiphop met je peers—even divers qua nationaliteit. Een lokaal postpunkbandje lijkt even exotisch als vijf rebellen met een vedel in het Tora Bora-gebergte.
De wereld is een speelplein, je bezoekt even snel een oude vriend in Brooklyn als je ouders in je geboortedorp. Verveling krijgt geen schijn van kans door een ongebreidelde input via je newsfeed. Samen met de steeds kleiner wordende wereld, groeit echter een verlangen naar traagheid, echtheid en authenticiteit. In de leegte die paradoxaal ontstaat door verzadiging, is ‘authenticiteit’ snel in de mond genomen. Ik geef het toe, zelf zondig ik regelmatig. Vaak in de context van obscure muziek—niet toevallig vaak trance-inducerend en slecht opgenomen. Muziek die niet zelden geproduceerd wordt door kleine, gesloten, passiegedreven niches, die het epicentrum zijn van hun 15 km-radius, obscure krochten ter wereld.
Een inter-persoonlijk, digitaal net van eigentijdse archeologen verbinden continenten. Ze borstelen, met passie, geduld en zorg laag per laag weg en laten ons toe tot de schoonheid die authentieke muzikanten maken. Echte muziek, die een rechtstreekse functie lijkt te hebben binnen een letterlijk en figuurlijk dorp. Zo kunnen we de heavy drones van Pelt beluisteren, die beïnvloed werden door Indiase raga’s. Of naar trance-sufisten die de traditie sinds millennia van generatie op generatie doorgaven. Dankzij hen vonden we een Portugese gitarist die een hoogst eigen variant op folklore verzint. Of oefenen we geduld uit voor de langverwachte LP van twee Brusselaars die elkaar vonden in oude en avant-garde klassiek, en in de nood om spirituele urgentie te injecteren in muziek. We kijken rusteloos uit naar een free-jazzer die losbreekt uit het formalistische notengeneuk van zijn peers. Of we bewieroken Fransozen die Occidentaalse dansfestijnen opnieuw de wereld injagen.
Kortom, dankzij het wereldwijde web begeesteren muzikanten ons die elk binnen hun klein dorp eerlijke muziek maken, en zich laten inspirerend door andere gesloten peer groups. Echter, een vreemd mechanisme in de hersenen verkleurt het verleden tot echter, authentieker en directer. De destijds veel beperktere communicatiemiddelen, en afgebleekte foto’s zijn de ideale voedingsbodem om het spook van authenticiteit op te roepen... Is er echt zoveel veranderd, is het verleden zo veel ‘authentieker’? Toegegeven, als overtuigingsargument is ‘authenticiteit’ een unique selling point. Het bekt makkelijk, het lijkt treffend te verwoorden waarom je bepaalde muziek raakt. Het lijkt de perfecte verantwoording om een plaat grijs te draaien van slecht opgenomen, met primitieve instrumenten gespeelde liederen van een Berber in het Atlasgebergte.
Misschien leven we enerzijds nog steeds in die 15 km-radius, de filters zorgen ervoor dat je leeft in een virtuele bel waarin je newsfeeds voornamelijk gevuld worden met updates van je vrienden die om de hoek wonen. Anderzijds... voor het internet werd het transglobale net geweven door vuistdikke catalogi van obscure labels en de bestellingen die ze ontlokten en de door de post ondersteunde ruilhandel. Niets nieuw onder de zon, wist een profeet 900 jaar voor Christus al.
Authenticiteit is een hol begrip die duidt op het verlangen naar directheid, en meer zegt over de onmogelijkheid ervan, dan over de muziek. Het lijkt een anti-kapitalistische term die paradoxaal als ultiem verkoopsargument gebruikt wordt. We verwarren ons verlangen naar het authentiek te vaak met een onderliggend, reëler verlangen naar diepte, devotie, direct contact, misschien zelfs naar spiritualiteit. Door de veelheid vergeten we wel eens dat we evenveel voldoening halen uit met een oude neger een sigaret delen en over Bob Marley te babbelen dan 5 uur links te checken. We vergeten rituelen en traagheid te cultiveren, te zinken in de nutteloze herhaling van het nietsdoen—in het Turks heb je het mooie woord ‘keyif’.
Een geluk dat er zotten bestaan die door hun dorpsmuziek ons daarop blijven wijzen. Een geluk dat de wereld een dorp is gebleven, met diep verbonden 15 km-radiussen. Dat die krochten een plek krijgen op Eastern Daze, een festival met de slogan ‘the burning bliss of eternal trance’—waarover ook weer een boom valt op te zetten. Geen tijd daarvoor, ik moet op een bank tussen twee oude turken zitten. Thee drinken, keuvelen over niets, vogels tellen, zoiets.