Met bands zoals The Black Twig Pickers, Spiral Joy Band en Meitheal, aangevuld met solowerk, al dan niet in duo met zijn vrouw Cara, bouwt Mike Gangloff aan een tijdloos muzikaal universum op basis van folk, drones en psychedelica. In 1993 stond hij aan de basis van Pelt, één van de centrale gasten op het Eastern Daze festival.
“Het is eenvoudiger om een tampurasample uit je telefoon te toveren dan om het echte instrument te vinden en het vervolgens minutieus te stemmen. Maakt dit de muziek slechter?” vraagt Mike gekscherend. Uiteraard is dit zo. Maar er is iets te zeggen voor het idee dat als alles gemakkelijker beschikbaar wordt, het moeilijker wordt om nieuwe muzikale wegen te ontdekken.
“Authenticiteit is de boeman van de moderne tijd, is het niet?” meent Mike. Hij houdt wel van het idee dat er een subcultuur zou bestaan van ‘authentieke’ bands in een bredere wereld van veronderstelde ‘valse’ bands maar de werkelijkheid is veel eenvoudiger. Elke muzikant heeft immers de missie om te spelen wat hij of zij het sterkst voelt en vervolgens is het aan de luisteraar om de resultaten te beoordelen, en te luisteren dus, of te kiezen om dit niet te doen. Is authentieke muziek gelijk aan de terugkeer naar etnische invloeden waarmee iets nieuws wordt gedaan, dus als een vorm van toegevoegde waarde? “Vanuit mijn persoonlijk standpunt geef ik je gelijk. Ik ben geïnteresseerd in echo’s tussen verschillende vormen
van muziek, in een soort van culturele reverb, en de muziek die ik het echtst vind, bevat deze karakteristieken. Maar er is veel muziek die niet teruggaat op iets wat ik herken of goed vind. Ik heb er geen probleem mee om te zeggen dat ik dat niet goed vind, maar zou die muziek in dat geval niet als niet-authentieke muziek durven definiëren.”
Er is absoluut een link tussen lichamelijkheid en authenticiteit. “Er is muziek om met laptops, samplers en digitale whatevers te maken, daar ga ik niet over discussiëren. Mijn eigen voorkeur gaat uit naar de interactie tussen lichaam en instrument, tussen vingers, hout, draad en haar. Dit geeft textuur en individualiteit aan geluid. Ook al houd ik voornamelijk van elektronisch muziek, voor de muziek die ik maak, is de lichamelijke component zeer belangrijk.”
Met de opmars van nieuwe media worden vele facetten van muziek plots alomtegenwoordig. De geïnteresseerde muziekliefhebber kan uit een gigantisch aanbod eenvoudig in de diepte afdalen en er continu op nieuwe ontdekkingen stoten. “Context speelt altijd een bepalende rol. Ooit vergde het meer inspanning om muziek op het spoor te komen die niet mainstream was. Nu is er zoveel online te vinden dat iedereen die geïnteresseerd is er gemakkelijk mee in aanraking kan komen, al is het fascinerend (en zelfs verheugelijk) dat veel materiaal nog steeds niet online te vinden is.” Wordt de underground eerder door Google searches versterkt dan door stapels tijdschriften zoals Forced Exposure of Option? Maken zoekmachines dit tot een ‘above-ground’ beweging? Mike weet het niet, wellicht is het nu gemakkelijker om connecties tussen de verschillende facetten van verborgen muziek te leggen dan weleer. “Emails instead of postcards.”
Smartphones, YouTube en online tentakels hebben die muzikale ontdekkingsreis korter gemaakt. Het is intussen veel gemakkelijker om muzikale ideeën te knippen en te plakken maar misschien is het daardoor moeilijker om in een bepaalde mindset te blijven en je eigen ideeën te ontwikkelen.Toen Pelt drones begon te exploreren, had de band nog nooit van Henry Flynt gehoord. Het moment waarop Donald Miller hen een cassette liet horen van op dat moment de enige beschikbare Flynt-release, was dat een revelatie. Ook La Monte Young was een gekende naam waarvan de band nog geen muziek hoorde. De beschrijvingen van het Theater of Eternal Music, La Monte Youngs drone-collectief, maakten hen benieuwd maar brachten niet echt de levendigheid van de muziek over. Dat was enkele jaren voordat ze iets van Terry Riley te horen kregen. Eigenlijk modderde Pelt maar wat aan, terwijl de band probeerde om muzikale intervallen te beheersen en manieren te zoeken om bepaalde geluiden te maken. Mike meent dat Pelt intussen vertoeft in een muzikale zone die de band de hare kan noemen, “ik hoor tenminste niemand iets gelijkaardigs doen dan Pelt”.
Twintig jaar geleden bestond het onderzoek van Pelt uit het doornemen van literatuur van de hand van Byron Coley. Of uit het vernemen van geruchten over Jandek via Charalambides. Of uit het beluisteren van het werk van Keiji Haino, the Dead C, Sun City Girls en de Master Musicians of Jajouka. Apocalyse Across the Sky is zeker honderden keren gespeeld in het huis waar Mike en Jack (Rose) een tijdje een kamer deelden. Patrick (Best) woonde aan de overkant van de straat en hing vaak bij hen rond om de geluiden in zich op te nemen. Als de band op tour was, bezochten ze aan de lopende band platenwinkels om op zoek te gaan naar voor hen onbekende platen. “Er waren altijd bepaalde bands: enkel willekeurige release van Borbetomagus of Albert Ayler. De box van live Dead tapes die Bill Kellum ons gaf. De MC5tapes van Mikel Dimmick, waar we steeds weer naar teruggrepen of om er uren over te praten.”
“Apocalypse Across the Sky was voor mij één van de belangrijkste platen toen ik mijn muzikale voelsprieten begon uit te steken en in aanraking kwam met muziek waarvan ik het bestaan tot op dat moment niet vermoedde. We beschouwden de muziek van de Master Musicians of Jajouka als een set van heel lange overlappende loops waarbij alles live door een tamelijk uitgebreid gezelschap werd gespeeld. Dit leek een interessantere aanpak dan gewoon tapes of elektronica te gebruiken om tot die resultaten te komen. Wellicht is dit geen accurate beschrijving van hoe hun muziek tot stand komt maar dit idee hield ons destijds wel bezig. Samen met de Bismillah Khan-tape die Jack vond tijdens één van zijn bezoeken aan Jason Bill en Tom & Christina Carter in Houston was het Jajouka die Jack en mij ertoe dreef om een tijdje shehnai te bespelen. We probeerden zeker niet om de muziek van de Master Musicians of Jajouka te kopiëren maar waren helemaal weg van die typische geluiden die eigen zijn aan dubbele rietblazers, bepaalde elektrische gitaargeluiden uit een opgeblazen buizenversterker of scratchy vioolspel dat bijna op taal lijkt, that just grabs me by the... astrocytes, I guess. It just did it for us.”
“Met Pelt volgden we geluiden die ons aanspraken en gaandeweg leerden we als band om die ook zelf te maken en, wat nog belangrijker is, om ermee een taal te creëren die we met de band proberen te spreken. We zijn nog ver verwijderd van het einddoel van dit proces. Ik hoop dat we lang genoeg kunnen overleven om daar te geraken maar realistisch gesproken, en als we toegewijd blijven, is het iets dat we nooit kunnen voltooien.” Hun meest recente wapenfeit Effigy uit 2012 bewijst bijvoorbeeld dat deze zoektocht nog steeds tot absolute parels kan leiden.
Pelts muziek omschrijven is geen sinecure. Mike spendeert naar eigen zeggen veel tijd in het verdedigen van Pelts geluid als muziek zonder ertoe te komen de muziek te beschrijven. Hij doet een poging: “Pelt is voor mij een band van opeenvolgende benaderingen, die altijd tracht om een sonische sculptuur te creëren, een symfonie van het moment, waarbij het proces voor iedereen die het wil horen, zichtbaar is. We proberen ziggurats te bouwen maar de luisteraar moet erbij zijn als we de modderstenen mixen. Het is een geluid dat uit onszelf komt. Het zijn vier mensen die hun uiterste best doen om te spelen wat hun hart en ziel hen vertelt. That reads like a chain of ad slogans, doesn’t it?”
Voor Pelt is het een fantastische ervaring om in een gezelschap van de Master Musicians of Jajouka op het Eastern Daze festival te spelen. “Patrick zei me eerder deze week nog dat we met deze show de cirkel rond maken. Dit doet me denken aan de eerste keer dat ik Richard Bishop live zag spelen, na jaren naar zijn platen geluisterd te hebben: een gevoel dat mijn hoofd net boven mijn wenkbrauwen afgezaagd wordt. Full circle: Time to start spinning anew.”